“Virtueel mogen experimenteren met hardware, wie wil dat nou niet?”
Geef mannen, en zeker netwerk engineers, wat leuke hardware om mee te spelen en je hoort ze niet meer. Als ze daar dan ook nog eens eindeloos mee mogen experimenteren in een virtuele testomgeving, dan is het feest compleet. Die omgeving moest bij Cortexia alleen nog wel ‘even’ gebouwd worden. Dat is Edward van Hazendonk en Roald Aelbers de afgelopen maanden gelukt en dat was een feestje op zich.
Zelfontplooiing faciliteren
Uiteraard is de ontwikkeling van die virtuele testomgeving voor netwerkapparatuur geen pure spielerei, maar uiteindelijk in het belang van zowel de klanten als onze medewerkers. Bij Cortexia vinden we het namelijk super belangrijk dat collega’s zichzelf blijven ontwikkelen. Hoe ze dat doen en welke certificeringen ze bijvoorbeeld willen behalen, bepalen ze grotendeels zelf. Als bedrijf faciliteren we al die initiatieven maar al te graag in de vorm van onder meer licenties, online servers, abonnementen, boeken en cursussen. “Cortexia is minder op cijfers gericht dan de meeste organisaties. De nadruk ligt op medewerkerstevredenheid en dat uit zich onder andere in dit soort vrijheden”, aldus Linux engineer Edward.
Klik met nieuwe collega’s noodzakelijk
Volgens netwerk engineer Roald gaan die vrijheden nog een stuk verder. “Als werkgever vindt Cortexia ook een goede balans tussen werk en privé belangrijk. Zo wilde ik meer tijd met mijn gezin kunnen doorbrengen en een vrije dag in de week was geen probleem. En hoewel we nauwelijks op kantoor te vinden zijn, worden we als medewerkers ook actief betrokken bij de selectie van nieuwe collega’s. Er moet vanaf het begin meteen een goede klik zijn.” Die klik was er ook zeker tussen Edward en Roald. Samen sleutelden ze met behulp van de opensourcesoftware van Ansible genoemde testomgeving in elkaar.
Virtuele testomgeving
Edward: “Voordat we een concreet netwerk bij klanten configureren, willen we uiteraard zeker weten dat alles werkt. In genoemde virtuele omgeving kunnen we van alles simuleren, zonder dat we de echte hardware in huis hoeven te hebben. Daar zijn die apparaten ook veel te duur voor, want je praat zo over een ton of meer. Gevirtualiseerd kunnen we zeker 70 tot 80% van alle functionaliteiten testen, omdat Ansible met vrijwel alle componenten van de belangrijkste leveranciers kan interfacen. Dat is geen overbodige luxe, want het aantal netwerkcomponenten is al gigantisch en het worden er ook nog eens steeds meer.”
Zelf tools programmeren
De heren gebruiken de testomgeving tevens voor het automatiseren van de configuratie voor netwerkapparatuur, de zogenoemde Desired State of Configuration (DSC). Roald: “We houden alle wijzigingen die we aanbrengen bij in een Git-omgeving, dat is een open source versiebeheersysteem. Ansible is geen typische programmeertaal, maar een meer beschrijvende taal. Dat maakt het programmeren voor veel netwerk engineers een stuk prettiger. Omdat documentatie in de IT-vakgebieden vaak schaars is, spelen we met de gedachte om vanuit configuratiemanagement dynamisch documentatie op te bouwen. Ook Ansible heeft daar namelijk geen rol voor. Het moet toch mogelijk zijn om met een paar drukken op de knop IT-omgevingen te verkennen en complete netwerken geautomatiseerd uit te rollen.”
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!